bergab gehen (v) (Richtung) | bergafwaarts gaan (v) (Richtung) |
bergab gehen (v) (verschlechtern) | bergaf gaan (v) (verschlechtern) |
bergab gehen (v) (verschlechtern) | verslechteren (v) (verschlechtern) |
bergab gehen (v) (verschlechtern) | slechter worden (v) (verschlechtern) |
bergab gehen (v) (verschlechtern) | achteruitgaan (v) (verschlechtern) |
bergab gehen (v) (verschlechtern) | bergafwaarts gaan (v) (verschlechtern) |